Luister eens...
Het jaar 1494 - Kampen
- Leestijd 4 minuten
- 2528 x bekeken
Wát een stad! Kampen! Overal wapperde de blauw-witte wimpel. De stadspoorten waren groot als kastelen, met hun hoge, brede torens. In de lange Oudestraat stonden huizen zoals hij ze in Holland nog nooit gezien had. Schitterende koopmanshuizen, met ramen zo groot, dat de hele gevel wel van glas leek. De drukte bij het vleeshuis, op de vismarkt en bij het raadshuis waar iemand aan de kaak geklonken stond…Ties keek zijn ogen uit.
Nu zat hij aan de haven. Waar de Hanzeschepen zij aan zij lagen en waar behalve het blauwwit ook het rood-wit van de Hanze wapperde. Hij had in vier kroegen gezongen en goed verdiend. Na het laatste optreden was hij met een kroes bier buiten op een bank gaan zitten. Pal voor hem lag de lange Kamper tolbrug. Bakentonnen wezen schepen de route naar het deel van de brug dat open kon.
‘Mooi hè?’ De barmeid stond in de deuropening en knikte naar de brug. ‘De bisschop, de keizer, de andere Hanzesteden: iedereen eiste dat de brug afgebroken moest worden, maar Kampen heeft mooi geweigerd. Wij laten ons niets vertellen.’ ‘Kampen is trots,’ grinnikte Ties. ‘Ja. En terecht. Het is de rijkste stad van de noordelijke Lage Landen. Men zegt dat Amsterdam en Antwerpen bloeiend zijn, maar voorlopig kunnen ze niet aan ons tippen. Twintig jaar geleden heeft de koning van Denemarken hier nog acht dagen gelogeerd. En dat betekent toch wel wat!’
Op de bank naast Ties zat een jonge matroos. Met een zwaar Scandinavisch accent mengde hij zich in het gesprek. ‘Zeker. Ik ben ook Deens. Ben geweest overal, maar Kampen is gouden stad. Ben er gaan wonen. Heerlijk. Alleen de vrouwen hier, is wennen.’ Hij lachte. ‘Wennen? Hoezo?’ vroeg Ties. ‘In Lage Landen vrouwen hebben heel veel rechten en vrijheid. Andere landen, vrouw alleen over straat is hoer. Maar hier mag vrouw dat. Zonder broer of man. En mag praten met wie zij wil.’ ‘En dat vind je vervelend?’ ‘Haha. Nee. Ik ben er met een getrouwd!’ De matroos wees naar de barmeid. Aan haar glunderende gezicht zag Ties dat het waar was.