Luister eens...
Het jaar 1512 - Doesburg
- Leestijd 4 minuten
- 363 x bekeken
Door de nachtelijke straat galmden ruwe kreten. Ze kwamen van het plein, waar Ties langs moest. Toen hij de hoek omsloeg, zag hij wat er aan de hand was. Vier jongemannen, waarschijnlijk studenten, werden met geweld de waag uitgezet.
‘Voor jullie is het klaar vandaag!’ brulde de waard. ‘Morgen, na de kater, zijn jullie weer welkom, maar als jullie nog een keer zo vervelend zijn, zoek je maar een andere kroeg om rotzooi te trappen!’ De jongens protesteerden lachend. Een van hen moest ondersteund worden door zijn maten. Die brachten hem naar een hoge drempel, zodat hij kon gaan zitten. Toen zagen ze Ties. ‘Hee! Daar is de muziek! We feesten gewoon door, hierbuiten. Speel, man! Speel!’ ‘Haha,’ lachte een ander, ‘speelman! Speel-man.’
Ties naderde aarzelend. Stel dat ze zijn luit afpakten. ‘Niet bang zijn,’ zei de jongen die het minst dronken leek. ‘We hebben gewoon lol, maar we doen geen kwaad.’ Een jongen met rood haar vulde hem aan. ‘Dit is de beste plek om te zijn, de waag. Ze hebben daar heel veel bier en wijn… en bier…’ ‘In de waag is altijd wat te beleven,’ beaamde de eerste jongen. ‘Dat komt omdat Hanzekoopmannen hier hun goederen moeten wegen en daarover belasting moeten betalen. Hier worden contracten afgesloten, prijzen afgesproken, loon betaald. Sommigen zuipen dat loon meteen ter plekke op…’ ‘En we zingen! We zingen!’ lalde de roodharige. ‘We houden van dit bierhuis,’ knikte de ander weer. ‘Dus zolang het nog kan, en de waag nog bestaat, willen we het meemaken.’
‘Hoezo, zolang het nog kan?’ vroeg Ties. ‘Nou, je weet toch wel van de nieuwe wereld, die ontdekt is? Aan de andere kant van de aardbol?’ ‘Ja, natuurlijk.’ ‘De aarde is rond,’ mompelde iemand. De jongen ging verder. ‘Daar is van alles te vinden, van goud tot voedsel. Dat wordt een nieuwe handelsplaats, waar grote schepen voor nodig zullen zijn. En daaraan kan de Hanze niet meedoen. Let maar op. De havens zijn te klein, de rivieren te smal. De handel verschuift naar Holland. Dus morgen gaan we weer naar de waag. Nu het nog kan.’