Luister eens...
Het jaar 1510 - Ilverich
- Leestijd 4 minuten
- 511 x bekeken
Bij de veerboot stonden twee kale, houten bankjes voor wachtende passagiers. Ties had daar dankbaar gebruik van gemaakt. Hij hoefde de rivier niet over, maar even zitten, in het zonnetje, dat wilde hij wel. Er waren geen andere mensen, dus hij pikte niemands plek in.
Een schaduw gleed voor zijn voeten. Ties keek op. Op korte afstand stond een jongeman naar hem te kijken. De man ging gekleed als een koopman, maar toch leek hij daar te jong voor. Hij keek een beetje betrapt, dat hij Ties zo geobserveerd had. Hij glimlachte breed en kwam iets dichterbij. ‘Zo, speelman, ook met de boot mee?’ Zonder antwoord af te wachten ging hij verder. ‘Ik moet ook naar de overkant. Ik ben uitgenodigd op kasteel Kaiserswerth.’ Ties liet zijn blik over het imposante, rechthoekige bouwwerk aan de overkant van de Rijn gaan. Hij kende de verhalen over het kasteel. ‘Uitgenodigd door wie?’ vroeg hij de jongen. ‘Gouverneur Wolf Metternich? Dat kasteel staat toch vrijwel leeg?’
De jonge koopman verschoot van kleur, maar herpakte zich snel. ‘Je kent de omgeving goed voor een ronddolende speelman,’ zei hij. ‘Jij dacht me te kunnen imponeren? Waarom?’ vroeg Ties, ‘Jij bent geen koopman, of wel?’ ‘Je hebt gelijk. Ik wil er graag een worden, maar ik heb mijn afkomst niet mee. Dus ik let op mijn manieren en op mijn houding. Ik probeer vertrouwen te winnen met een praatje en in te schatten wat iemand nodig heeft. Daar kan ik dan op inspelen. Met een goed uiterlijk is al de helft gewonnen. Als mensen denken dat je rijk bent, heb je al meteen een streepje voor. Ik heb daarom mijn eerste geld uitgegeven aan deze kleding. Een investering. Ik kom uit een familie van dagloners. Mijn voorvaderen hadden geen kans hogerop te komen. Maar tegenwoordig kun je het in de Hanze best ver schoppen met een goed verstand en een vlotte babbel.’ ‘Mag ik je dan een tip geven?’ vroeg Ties. ‘Vertrouwen verkrijg je langzaam, maar verlies je in een oogwenk. Vertel geen leugens. Zeker niet om indruk te maken.’